Het woord ambtenaar verwijst in deze column naar iets breders dan de persoon. Als ik ‘ambtenaar’ schrijf dan bedoel ik nogal eens de overheid, de politiek, of een wethouder in dit verhaaltje. Een wethouder die feitelijk geen ambtenaar is overigens.
Weet je wat opvallend is?
Overheden en gemeentes hebben moeite met tegenspraak. Dan hebben ze het over de ‘boze burger’.
Als de burger een bezwaar indient of protesteert tegen een beslissing dan weet de ambtenaar daar helaas vaak slecht mee om te gaan. In het bedrijfsleven (bij de betere bedrijven dan hè) ziet men een klacht als een kans. Dan komt er meestal iets moois uit.
De tunnel der regels
Als een ambtenaar een klacht krijgt, dan gaat hij vaak meteen in verweer. Duikt in de tunnel der regels en komt er niet meer uit. Dat die klacht zuurstof had kunnen geven voor een mooi democratisch overleg, tja, leg dat eens uit aan de ambtenaar.
Ja maar…
Ik had onlangs een pittig gesprek met een wethouder. Een wethouder die in onze dorpachtige wijk in Roosendaal een woontoren wil laten bouwen. Het enige wat de wethouder tijdens het gesprek kon antwoorden was “Ja maar….”. En, let er maar eens op, mensen die “ja maar” zeggen, die zeggen feitelijk nee. Toen zij de discussie uiteindelijk niet meer op inhoud kon winnen, ging zij zich verschuilen achter de gemeenteraad. Tja, de raad had het besloten hè. Het was niet haar schuld.
Het doen van de klacht, het in verweer gaan, dat maakt mij persoonlijk nooit gelukkig. Maar als die klacht niet gehoord wordt; dan geeft het mij vuur om te strijden.
Het uiteindelijke verbeteren van leefomstandigheden voor de mensen om mij heen, daar word ik namelijk wel gelukkig van.
Kom jij ze nog wel eens tegen?
Een wethouder of andere bestuurder, die echt authentiek luistert; en niet alleen oplossingen verdedigt die meteen in het eigen plan passen; kom jij ze nog wel eens tegen? Ik ben benieuwd.









